Onder de hitteschilden van Voyager I zit een microscopisch stukje ijs. Het is het enige water dat niet is verdampt, vervluchtigd of simpelweg van het schip is geblazen in de drieënveertig jaar sinds de sonde is gelanceerd vanaf de Cape Canaveral Air Force Station, hemelsbreed iets meer dan tachtig kilometer van Orlando. Het druppeltje hangt tussen de twee randen van een scheurtje in de pakking die de instrumenten beschermt. In bijna het exacte middelpunt van de druppel leeft een enkele Hypsibius dujardini. Een beerdiertje.
De reis langs alle planeten van ons zonnestelsel is niet goed geweest voor het beestje. Het is maar een paar graden Kelvin rond de Voyager; de enige warmtebron is de straling uit de plutoniumreserves die het ruimteschip gaande houden. Het ijs is zo diep bevroren dat het meer op steen lijkt. In dit ijskristal is het beerdiertje langzaam uitgedroogd. Het lichaam, nog geen halve millimeter lang, bestaat nog maar voor vijf procent uit water. Er is geen meetbaar metabolisme meer. Maar de cellen hebben geen schade opgelopen in dit proces. Het diertje is bijna dood, maar niet helemaal. Het zou bij kunnen worden gebracht met wat warmte en wat vocht.
Het is niet bekend hoe deze Hypsibius dujardini op de Voyager terecht is gekomen. Het beestje had niet de bedoeling om daar te zijn, voor zover je zoiets kunt zeggen over een micro-organisme. Misschien dat een van de technici in het Jet Propulsion Lab iets over het hoofd heeft gezien bij het schoonmaken van de sonde. Wellicht heeft een van hen het diertje aan boord gesmokkeld; de functie van planetary protection officer, die moet waken voor het besmetten van de ruimte met aardse soorten, bestond nog niet toen Voyager werd gelanceerd. De H. dujardini weet het niet.
De sonde vliegt met 17 kilometer per seconde richting de Oortwolk sinds hij in de jaren tachtig Saturnus passeerde en zijn geplande missie volbracht. Pluto werd nog als een planeet gezien toen de sonde in 2003 de heliosfeer verliet. Er is een lopende discussie over de vraag of Voyager het zonnestelsel heeft verlaten omdat het nog steeds onduidelijk is waar dat stelsel precies eindigt – een discussie die grotendeels wordt gevoerd op basis van de data die de sonde nog steeds richting Aarde stuurt.
H. dujardini heeft geen ogen of frontale cortex. Het is onwaarschijnlijk dat het diertje zich bewust was van de andere H. dujardini die tijdens de lancering aanwezig waren in de druppel, of dat het heeft gemerkt hoe de anderen een voor een uitdroogden of stierven door DNA-mutaties die werden veroorzaakt door kosmische achtergrondstraling. Waren het de aminozuren die uit hun lijkjes in het water lekten die het beerdiertje al die tijd van voedingsstoffen hebben voorzien?
De thermo-elektrische radio-isotopengeneratoren hebben de instrumenten aan boord van de Voyager langer werkend gehouden dan verwacht. Maar in 2025 zal de voorraad plutonium in de sonde dermate vervallen zijn dat de motoren stil zullen vallen. Na zevenenveertig jaar zal de Voyager zijn signaal stoppen en onbestuurbaar de ruimte in drijven. De huidige schatting is dat de sonde binnen 300 jaar de Oortwolk zal bereiken en er 30.000 jaar over zal doen om deze te doorkruisen. Het eerste wat het daarna zal tegenkomen is galactisch object GL-445, waar hij op een afstand van 1,5 lichtjaar langs zal vliegen. De zwaartekracht van het object is op die afstand te zwak om de Voyager van koers te laten wijzigen.
De neurologische capaciteit van H. dujardini is zeer beperkt. Het dier heeft geen brein, alleen een bundel zenuwen in de rug. Gedurende zijn evolutie is elke vorm van waarnemingsvermogen uit de soort geselecteerd ten koste van een extreem vermogen tot overleven. Het beestje is er enkel op gebouwd om niet dood te gaan. Nog niet.
De interstellaire ruimte rond de Voyager is niet volkomen leeg, maar voor ieder beetje materie is er 10.000 biljoen delen leegte. Geluid bestaat niet in deze wereld. De zon is niet meer dan een iets helderdere ster tussen de anderen. Het diertje vliegt door een ruimte die zich egaal uitstrekt in elke richting die er bestaat. Er is geen omhoog of omlaag of vooruit of achteruit. Door de gelijkmatige snelheid en het gebrek aan visuele referenten weet het niet eens dat het beweegt. Sinds 17 augustus 1998 is Voyager I het verste van de Aarde verwijderde object dat door mensen gemaakt is, een record dat niet snel gebroken zal worden.